Jaaa! Ik kan het 100e dier toevoegen aan de telling in mijn #1000soortentuin! Wat een mijlpaal. En speciaal voor deze gelegenheid heb ik -uiteraard- en bijzonder dier bewaard (want ja, ik heb inderdaad altijd een voorraadje dieren al klaar staan 😊). Voordat ik onthul welk dier het is, een aantal statistieken en weetjes over de telling tot nu toe.
Het begon natuurlijk met de pimpelmees.
 |
| pimpelmees (nr. 1) |
Van de dieren die daarna volgden tot nu toe behoorde de overweldigende meerderheid tot de insecten. Van de andere categorieën twee soorten die eruit springen: de spinachtigen en de vogels.
Verder inzoomend op de insecten, blijkt dat ik vooral heel veel vliegen heb gespot. Op een eervolle tweede plaats staan de lieveheersbeestjes, want elke stip is dus een andere soort 😉
- Maar liefst 16 dieren hebben een kleur in hun naam, waarvan wit met vier keer het vaakst voorkomt.
- Van 17 dieren is er nog geen Nederlandse naam, zij staan met hun Latijnse naam vermeld in de lijst, met de soortgroep erachter tussen haakjes (zodat je nog een beetje weet wat voor een dier het is).
- Bij 9 dieren was het niet mogelijk om ze te determineren tot specifieke soort, zij staan onder een verzamelsoort in de lijst (te herkennen aan de toevoeging 'onbekend' of 'spec').
- Het dier met de langste naam is het veelstippig Aziatisch lieveheersbeestje (nr. 33). Het dier met de langste naam aaneengesloten is het schaakbordlieveheersbeestje (nr. 45). En daar heb ik inmiddels ook een larve van gevonden.
 |
| schaakbordlieveheersbeestje (larve) |
 |
| breedbandgroefbij |
Reacties
Een reactie posten